zich bezighouden met (v) (omstandigheden) | anpacken (v) (omstandigheden) |
zich bezighouden met (v) (algemeen) | sich befassen mit (v) (algemeen) |
zich bezighouden met (v) (activiteit) | sich beschäftigen mit (v) (activiteit) |
zich bezighouden met (v) (omstandigheden) | anfassen (v) (omstandigheden) |
zich bezighouden met (v) (verzorgen) | pflegen (v) (verzorgen) |
zich bezighouden met (v) (algemeen) | sich beschäftigen mit (v) (algemeen) |
zich bezighouden met (v) (verzorgen) | sorgen für (v) (verzorgen) |